FR - NL - EN
Archives I presume?

Landbouw en agronomie

Een rationele landbouworganisatie? Theorie en praktijk

In opdracht van Leopold II tekende professor Emile Laurent van het Institut agronomique in Gembloers op het einde van de 19de eeuw een grondplan uit voor een rationele landbouw­organisatie met aandacht voor fundamenteel onderzoek.

L'indigène congolais est un primitif, qui n'a besoin que de peu de choses. S'il n'y est obligé, il cultive le moins possible. – Prof. Edmond Leplae, Dienst voor Landbouw van het Ministerie van Koloniën.

Zijn aanbevelingen kregen slechts beperkt navolging met de creatie van proeftuinen in Eala en Kisantu. Leopold II verkoos de massale exploitatie van rubber om zijn Congo-onderneming te financieren. Meteen goed voor één van de zwartste bladzijden uit de Belgische geschiedenis. Ook na de overname van de kolonie door de Belgische staat bleef het landbouwbeleid, onder leiding van de Leuvense professor Edmond Leplae, omstreden. De invoering van het stelsel van de verplichte teelten in 1917 deed hier geen goed aan. In 1926, na het tweede koloniaal congres, werd door minister van Koloniën Edouard Pècher de Régie des Plantations de la Colonie (Repco) opgericht. Deze instelling miste evenwel de nodige slagkracht en kreeg bovendien af te rekenen met de economische crisis van de jaren 1930. Toen de koloniale overheid op bloedige wijze een aantal opstanden op het platteland onderdrukte, kreeg het imago van België een flinke knauw.

 

Agronomie of landbouwkunde: INÉAC/NILCO

De definitieve kentering in het koloniale landbouwbeleid kwam er eind 1933 op initiatief van Leopold III, toen hertog van Brabant. Na reizen naar Congo en Nederlands-Indië mocht hij zich “ervaringsdeskundige” noemen. Het stelsel van de verplichte teelten werd afgeschaft en de organisatie van de zogenaamde “chefferies” of hoofdijen werd hertekend. Kort nadien volgde het Institut National pour l'Etude Agronomique du Congo Belge (Inéac) of Nationaal Instituut voor de Landbouwkunde in Belgisch Congo (Nilco) het Repco op. Deze instelling met een uitgesproken wetenschappelijk karakter zou een cruciale rol spelen bij de bevoorrading van rubber en palmolie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog specialiseerde de instelling zich in verschillende gewassen en landbouw­technische aspecten. Het onderzoekscentrum in Yangambi groeide in de jaren 1950 uit tot de parel aan de kroon van het Belgisch koloniaal landbouwbeleid en genoot internationale faam. Het Nilco richtte over het hele grondgebied van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi onderzoekscentra op. De onafhankelijkheid van Belgisch-Congo in 1960 en van Ruanda-Urundi in 1962 maakte een abrupt einde aan de opgebouwde expertise van het Nilco. Critici meenden dat het instituut enkel de belangen van een grootschalige en exportgerichte landbouw had gediend. Op 31 december 1962 werd de instelling ontbonden.

belspo
belgium