FR - NL - EN
Archives I presume?

Uitbouw van een koloniaal imperium

Leopold II had aanvankelijk veel overtuigingskracht nodig om geldschieters en ondernemers te overhalen zich bij zijn project aan te sluiten. De vorst had van bij het begin van zijn Afrikaanse onderneming grote winsten voor ogen. Anderen zagen het schrikbeeld van de eerder mislukte kolonisatiepogingen in Rio Nuñez en Santo-Tomas opdoemen. België was een industriële koploper en ondernemers liepen niet warm voor het zoveelste Leopoldiaanse avontuur. Toen de rubberoogst na tien jaar reuzenwinsten begon te maken en de expedities de rijkdommen van de Onafhankelijke Congostaat meer en meer in de verf zetten, verdween de argwaan. Om de tanende rubber- en ivoorhandel op te vangen en de economische exploitatie te verzekeren, stichtte de vorst in 1906 drie ondernemingen. Zij zouden het tijdperk van de koloniale industriële exploitatie inluiden: Forminière, Union Minière du Haut Katanga en B.C.K. Het epicentrum van de Belgische haut-finance, de Generale Maatschappij van België, sprong in dat jaar mee op de koloniale kar.

belspo
belgium