Congo algemeen
Il faut à la Belgique une colonie
1876 Leopold II moest en zou zijn België een kolonie bezorgen. Na tal van vergeefse pogingen en exotische avonturen in o.a. Egypte en Azië kwam Afrika in zijn vizier. In 1876 riep hij te Brussel een internationale geografische conferentie samen die een kruistocht voor beschaving voor ogen had. Ondertussen trok journalist H.M. Stanley doorheen het hart van Afrika. Hij kreeg bij terugkomst echter niet de verhoopte roem. Leopold II aarzelde niet en greep zijn kans: dit stuk van de Afrikaanse taart wilde hij voor zich! Stanley kreeg de opdracht in naam van het Comité d’Etudes du Haut-Congo en haar opvolger de Association Internationale du Congo handelsposten te stichten aan de Congomonding. Hij deed dit met de vlag van de Association International Africaine, een van de manieren waarop Leopold II mist spuide rond zijn Afrikaanse ambities.
Stanley kreeg af te rekenen met de concurrentie van Pierre Savorgnan de Brazza, die wel de steun van zijn land, Frankrijk, kreeg. Om tegen deze grootmacht te kunnen opboksen, wilde Leopold II zijn AIC als staat laten herkennen door zowel de autochtone chefs als door de westerse grootmachten. De chefs tekenden verdragen waarvan ze de gevolgen niet konden overzien. Onder het mom van anti-slavernij, beschaving en vrijhandel kreeg Leopold op slinkse wijze zijn zin bij de Europese grootmachten: de Onafhankelijke Congostaat werd geboren.La plus grande satisfaction de ma vie a été d’offrir le Congo à la Belgique. Le Congo est plus riche que vous ne le croyez. Le devoir d’un Souverain est d’enrichir la nation. – Leopold II in 1909 te Antwerpen.
1887 Was menslievendheid het ware motief van de hele onderneming? Al gauw zou blijken van niet. In 1887 werd de moeder van de koloniale holdings, de Compagnie du Congo pour le Commerce et l’Industrie, opgericht. Zij zorgde samen met dochteronderneming Compagnie du Chemin de fer du Congo voor de aanleg van de eerste spoorlijn: van Matadi naar Kinshasa. Het werk was zwaar en eiste meer dan 7000 levens. Het gerucht ging dat onder elke dwarsligger een Afrikaan lag begraven. Het Afrikaanse avontuur bleek echter niet zo winstgevend dan verhoopt. Geldschieters waren schaars. Leopold klopte bij de Belgische regering aan om leningen te verkrijgen. Om de vrijhandel te counteren, werden in 1891-1892 alle gronden die niet door de autochtone bevolking werden gebruikt, vacant of staatsbezit verklaard. Ze werden verpakt als concessies en aan de grote ondernemingen cadeau gedaan. Zo verloor de bevolking visvijvers, jacht- en plukgebieden, gemeenschappelijke gronden of gronden voor religieus gebruik. Er werden belastingen in natura, zoals rubber en ivoor, ingevoerd. De inning ervan gebeurde vaak onder dwang van het leger, de Openbare Weermacht, en agenten van de ondernemingen. De bevolking werd het slachtoffer van strafexpedities, executies en verkrachtingen. In 1906, toen de ivoor- en rubberexploitatie hun grenzen bijna bereikt hadden, begon een nieuw hoofdstuk in het Afrikaanse winstverhaal: dat van de rijkdom die de Société Générale in de grond aantrof. Dit verhinderde niet dat de Onafhankelijke Congostaat in 1908 een Belgische kolonie werd.
Als een goede huisvader
1908 België kreeg met enige aarzeling en tegenzin een kolonie in de schoot geworpen. Maar hoe ging dat dan precies in zijn werk? Een breuk met het verleden kwam er zeker niet de eerste jaren. Er werd een nieuw ministerie opgericht dat instond voor het bestuur van een land dat 80 maal groter was dan België. Er werd een koloniale ‘grondwet’, het koloniale charter, opgesteld en de minister van Koloniën werd bijgestaan door de Koloniale Raad. In de kolonie werd een gouverneur-generaal belast met de uitvoering van wat men in Brussel besliste. Belgisch-Congo werd verdeeld in provincies, districten en gewesten. In België werden koloniale scholen opgericht die ambtenaren klaarstoomden voor het leven in de brousse.
1914 In 1914 raakt België verwikkeld in de Eerste Wereldoorlog. Waar in het noorden een loopgravenoorlog werd uitgevochten, boekte de kolonie echte successen in de oorlog tussen de Europese grootmachten. De Openbare Weermacht nam in 1916 Tabora in en bezette tijdens de oorlog zo’n 200.000 km². Zo hadden de Belgen na de oorlog een stok achter de deur om over de Congomonding te onderhandelen. Uiteindelijk sleepte diplomaat Orts de gebieden Ruanda en Urundi uit de wacht.
De Volkenbond plaatste de voormalige Duitse kolonies onder Belgisch mandaat.Les resultants obtenus par le regime belge étaient, dans l’ensemble, parmi les plus brilliants d’Afrique. – Jean Stengers, Congo, Mythes et réalités, 1989, p. 189-190.
De oorlog markeert een belangrijke episode in de verhouding tussen de kolonisator en de gekoloniseerden. Voor de eerste keer zagen de Congolezen blanken tegen elkaar vechten en vormden blanken het doelwit. De oorlog eiste heel wat levens onder soldaten, maar ook onder dragers en de gewone bevolking.
1918 Na de oorlog trok de economie weer aan en de grootbedrijven rekruteerden op grote schaal. Zo werden hele gemeenschappen ontwricht. Met medewerking van de overheid bleef zelfs dwangarbeid bestaan tot ca. 1930. Velen stierven door het zware werk, ongevallen of ziekte. Toen in het interbellum de crisis ook de koloniale economie trof, werden talloze Afrikanen werkloos. De overigen moesten het stellen met een minimumloon dat extreem laag werd gehouden. Ook het platteland verarmde en moest het stellen met een verouderde of invalide bevolking.Nous avons connu que la Loi n’était jamais la meme, selon qu’il s’agissait d’un blanc ou d’un noir, accommodante pour les uns, cruelle et inhumaine pour les autres. – Patrice Lumumba, 1960.
1940 Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog schaarde de Belgische regering zich achter de geallieerden. Het koloniale leger vocht in Abessinië en stuurde zelfs soldaten naar het Midden-Oosten en Birma. Hier kwamen de soldaten in contact met andere Afrikanen of volkeren die reeds voor onafhankelijkheid streden. De kolonie leverde de grondstoffen voor de oorlogsvoering zoals koper voor wapens en uranium voor de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki.
1945-1960 Waren de Belgen goede kolonialen? Deze vraag werd sinds de Belgische aanwezigheid in Centraal-Afrika nationaal maar vooral internationaal gesteld. Om zich te bewijzen als volleerde kolonialen werd na de Tweede Wereldoorlog werk gemaakt van een ‘modelkolonie’. Er werd geïnvesteerd in de uitbouw van wegen en infrastructuur, moderne communicatiemiddelen, een heus medisch apparaat dat bij de onafhankelijkheid tot de beste van de tropische wereld behoorde. Daarnaast was het onderwijs de parel van de kolonie. In samenwerking met de missies zorgde men voor de hoogste alfabetiseringsgraad in Afrika. Alfabetisering was echter niet voldoende, ook aan hoog geschoolden had men nood. Dit besef kwam echter te laat. Bij de onafhankelijkheid hadden slechts 16 Congolezen een universitair diploma. De frustratie van een groep verwesterde Congolezen, de évolués, de trage emancipatie en vorming van de bevolking, het onderscheid naar ras of huidskleur, de vervreemding van het traditionele leven door urbanisatie en tal van andere factoren leidden tot een breuk in 1960. Congo werd toen formeel onafhankelijk.